Het gebeurt maar al te vaak: een goed wordt verkocht door iemand die hiertoe niet gerechtigd is. Vervolgens komt de originele eigenaar hierachter, die logischerwijs zijn spullen terug wilt van de derde die de spullen heeft gekocht. Kan dit zomaar? In veel gevallen niet: er is dan namelijk sprake van derdenbescherming. Maar hoe zit dat nu wanneer degene die niet gerechtigd is tot het doorverkopen, het goed heeft verkregen middels diefstal? Wie is nu eigenaar?
Wettelijke regeling
De wet geeft hier in artikel 3:86 BW een regeling voor. Concreet geeft deze regeling een aantal voorwaarden aan derdenbescherming.
– De vervreemder (lees: verkoper) is beschikkingsonbevoegd;
– Het gaat om de levering van een roerende zaak, niet-registergoed of recht aan toonder/order;
– De overdracht is anders dan om niet;
– De verkrijger (de derde die het goed koopt van de beschikkingsonbevoegde) is te goeder trouw.
Dat de overdracht van het goed anders dan om niet plaatsvindt, houdt concreet in dat er een tegenprestatie bestaat voor het verkrijgen van het goed. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat er voor het goed een geldsom is betaald, maar er kan ook een prestatie in natura tegenover staan. Het goed mag door de verkrijger in ieder geval niet zonder tegenprestatie zijn verkregen. Dan wordt de derde niet beschermd.
Daarnaast moet de verkrijger te goeder trouw zijn. Dit houdt in dat hij niet wist en logischerwijs niet kón weten dat de vervreemder beschikkingsonbevoegd was. Stel dat u een fiets koopt waarvan de verkoper geen sleutel heeft, maar ‘u kunt het slot er wel af slopen’, of stel dat er een gloednieuwe telefoon wordt aangeboden voor € 50,-, dan kunt u zich voorstellen dat dit vraagtekens oproept. De verkrijger is in zo’n geval niet te goeder trouw en wordt niet beschermd. Ook moet de verkrijger voldoen aan de wegwijsplicht: hij moet kunnen terugverwijzen naar de persoon van wie hij het goed heeft gekocht. Als er achteraf wordt gevraagd naar de onbevoegde verkoper en u kunt slechts vertellen over ‘het vage figuur dat op straat een fiets stond te verkopen’, zult u niet beschermd worden.
Echter, indien wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden, is de overdracht geldig ondanks de beschikkingsonbevoegdheid van de verkoper. De verkrijger is nu eigenaar geworden van het goed.
Diefstal en revindicatie
Hierop bestaat echter een uitzondering. Indien de originele eigenaar het eigendom van zijn goed is verloren door diefstal, wordt de derde niet beschermd en kan de eigenaar van het goed dit revindiceren. De eigenaar eist zijn goed dan terug van de derde die het goed van de beschikkingsonbevoegde heeft verkregen. Wel is hieraan een termijn verbonden: de originele eigenaar moet zijn goed opeisen binnen drie jaren nadat hij het eigendom is verloren. Wel is het zo dat als de eigenaar zijn goed opeist, de verkrijger zich schadeloos kan laten stellen en de onbevoegde vervreemder de gemaakte kosten, bijvoorbeeld de koopsom, kan laten vergoeden.
Uitzonderingen
Om het nog wat ingewikkelder te maken, bestaat er een uitzondering op de uitzondering. Er bestaan een aantal gevallen waarin de originele eigenaar, die het bezit van zijn goed is verloren door diefstal, zijn goed niet kan revindiceren. Dit zijn de volgende gevallen.
1. Wanneer de derde (een natuurlijk persoon) het gestolen goed als consument heeft gekocht van een vervreemder die handelde in de uitoefening van zijn beroep of zijn bedrijf, in een daartoe bestemde bedrijfsruimte, zijnde een gebouw of onroerende zaak.
2. Wanneer er sprake is van geld dan wel een toonder- of orderpapier.
Onder (i) betekent dit dat er sprake is van een consumentenkoop, wat over het algemeen betekent dat er sprake is van een verkoper (de vervreemder die handelt in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf) in een winkel (de daartoe bestemde bedrijfsruimte). Hierop zijn natuurlijk wel uitzonderingen: tegenwoordig kán bijvoorbeeld ook de verkoop via Marktplaats een consumentenkoop worden, indien aan de voorwaarden wordt voldaan. Hiervoor bestaan weer aparte voorwaarden.
Onder (ii) betekent dit dat indien het goed dat onbevoegd is vervreemd bestaat uit geld of uit een toonder- of orderpapier, een eigenaar die het bezit is verloren door diefstal het goed niet op kan eisen van de derde.
Concreet betekent bovenstaande dat een derde die te goeder trouw is, over het algemeen beschermd wordt tegen de beschikkingsonbevoegdheid van een vervreemder die niet de eigenaar is. Wanneer het goed echter gestolen is, kan de ‘echte’ eigenaar het goed binnen drie jaar opeisen. De meest voorkomende uitzondering hierop is wanneer de verkrijger, de derde, het goed heeft verkregen door middel van consumentenkoop.
Hebt u een goed verkregen en bent u erachter gekomen dat u dit heeft verkregen van een beschikkingsonbevoegde eigenaar? Of hebt u uw gestolen goed terug gevonden en wilt u dit revindiceren? Wilt u weten wat uw rechten zijn in één van bovenstaande gevallen of hebt u een andere vraag omtrent derdenbescherming? Neem vrijblijvend contact met ons op via info@juristenzwolle.nl of 038-2022738 om uw mogelijkheden te bespreken.