De verdeling van een nalatenschap

19 juli 2021

Met ingang van 1 januari 2018 kent Nederland een nieuwe regeling voor de gemeenschap van goederen voor het huwelijk en geregistreerd partnerschap. Eén van de wijzigingen van de nieuwe regeling is dat erfenissen en schenkingen niet meer automatisch in de gemeenschap van goederen vallen. Al hetgeen krachtens erfopvolging wordt verkregen, blijft buiten de gemeenschap. Maar, hoe zit het zodra één van de echtgenoten komt te overlijden? Is de andere echtgenoot dan nog wel altijd erfgenaam?

Het parentele stelsel

Alle regels met betrekking tot het erfrecht zijn opgenomen in Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek. De wettelijke verdeling is van toepassing indien er geen testament is opgemaakt door de erflater (de persoon die een erfenis nalaat). Wanneer er sprake is van de wettelijke verdeling, zal de erfenis worden verdeeld aan de hand van het parentele stelsel, op grond van artikel 4:10 BW. Het parentele stelsel is het wettelijke stelsel welke bepaald wie i.c. erfgenaam is. De wet verdeelt in dat geval de erfgenamen in vier categorieën van verwanten. Deze hebben ieder achtereenvolgens recht op de erfenis: De eerste groep maakt als eerste aanspraak op de nalatenschap uit eigen hoofde. Indien er geen personen uit de eerste groep meer zijn, dan komt de tweede groep familieleden aanbod die uit eigen hoofde erven, en zo verder met groep 3 en 4.

  1. De niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot van de erflater met diens kinderen
  2. De ouders van de erflater tezamen met diens broers en zussen 
  3. De grootouders van de erflater
  4. De overgrootouders van de erflater

De wettelijke verdeling

Op grond van artikel 4:11 lid 1 BW zijn de echtgenoot van de overledene en diens kinderen in principe voor gelijke delen erfgenaam. De exacte wettelijke verdeling ligt echter wat gecompliceerder. In beginsel verkrijgt de echtgenoot van de overledene, op grond van artikel 4:13 lid 2 BW, van rechtswege alle goederen van de nalatenschap. Wat betreft de kinderen dient er gekeken te worden naar artikel 4:13 lid 3 BW. In dit wetsartikel is opgenomen dat de kinderen recht op een deel van de erfenis hebben – hun wettelijk erfdeel – maar, dat zij hun erfdeel niet direct zullen verkrijgen. Ieder van de kinderen heeft in dat geval een vordering – bestaande uit een geldbedrag ter grootte van hun erfdeel – welke ten laste van de langstlevende ouder komt. Dit geldbedrag is pas opeisbaar als beide ouders zijn overleden. Deze verdeling in het erfrecht zorgt ervoor dat de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner financieel beter verzorgd achterblijft. 

In principe kunnen kinderen dus pas hun erfdeel opeisen indien beide ouders zijn overleden. Echter, in bepaalde gevallen kunnen de kinderen wel direct de vordering opeisen. Dit is het geval indien de echtgenoot in staat van faillissement is verklaard of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard. 

Uitzonderingen

In de wet zijn tevens verschillende bepalingen opgenomen indien sprake is van uitzonderlijke gevallen. Zo zijn er bijvoorbeeld bepalingen opgenomen in geval de langstlevende ouder hertrouwd is of wanneer iemand een halfbroer of -zus is. Bovendien kan er sprake zijn van plaatsvervulling, op grond van artikel 4:12 BW. Plaatsvervulling houdt in dat een erfgenaam als het ware in de plaats komt van de oorspronkelijke erfgenaam die al overleden is. Een voorbeeld van plaatsvervulling is te vinden in een uitspraak van de Rechtbank Alkmaar van 20 juli 2011 (ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675).

Testament

Een testament is een notariële akte waarin wordt aangegeven wie de erfgenamen zijn (of welke wettelijke erfgenamen worden onterfd) en wat de verdeling van de bezittingen wordt na overlijden. Door het opstellen van een testament kan er dus worden afgeweken van het parentele stelsel. Het is ook mogelijk om toekomstige situaties op te nemen, bijvoorbeeld als u kinderen krijgt of uw partner gaat hertrouwen na uw overlijden. Bovendien kan er in een testament worden vastgelegd wie er voor de kinderen gaat zorgen als beide ouders overlijden. Een testament kan worden opgesteld vanaf een leeftijd van 16 jaar of ouder.

Voor het afhandelen van de nalatenschap wordt er een executeur in het testament benoemd. Dit kan iedereen zijn: een familielid, een goede vriend of een notaris. Bovendien kunnen er meerdere executeurs aangewezen worden. Een executeur heeft volgens de wet een aantal taken, welke zijn opgenomen in artikel 4:147 BW: 

  1. Het beheren van (de goederen van) de nalatenschap.
  2. Het betalen van de schulden van de nalatenschap.

Wat er exact van de executeur wordt verwacht, hangt verder af van het testament.

De notaris

Het testament zelf kan enkel door een notaris worden opgemaakt of worden ‘gewijzigd’. De term ‘wijzigen’ is eigenlijk niet juist, aangezien een testament niet kan worden gewijzigd. Een testament blijft geldig totdat een nieuw testament wordt opgemaakt en daarbij het oude wordt herroepen

Alle testamenten worden ingeschreven in het Centraal Testamentenregister (CTR). Hierdoor kunnen erfgenamen na het overlijden van een familielid zien of er een testament is gemaakt en bij welke notaris dit ligt. De inhoud van de akte is echter niet zichtbaar. Alleen notarissen hebben de toegang tot dit register.

Hebt u verdere vragen over de verdeling van de nalatenschap? Neem dan contact op via info@juristenzwolle.nl of bel naar 038-2022738 en wij helpen je graag verder!

Meer blogs over
juridisch