Wet Mulder

02 september 2020

Veel verkeersovertredingen, en daarmee de sanctionering daarvan, worden sinds de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (de wet Mulder), veelal via het bestuursrecht afgedaan. Daarmee vallen dergelijke delicten theoretisch gezien buiten het strafrecht. Het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering hebben we daarom in deze gevallen niet meer nodig.

Waarom bestuursrechtelijke handhaving?

Verkeersovertredingen werden voor de wet Mulder gewoon via het strafrecht aangepakt. Dit gebeurde middels een zogenaamd transactievoorstel van het openbaar ministerie. Dit houdt in dat het openbaar ministerie niet tot vervolging over zou gaan indien er bepaald, in het voorstel genoemd, bedrag werd betaald door de overtreder. Zo werd vervolging eigenlijk afgekocht en daarmee voorkomen.

Verkeersovertredingen komen echter zeer vaak voor. Door rood rijden, snelheidsovertredingen en tegenwoordig ook appen op de fiets zijn dagelijkse overtredingen. Het openbaar ministerie kon alle overtredingen wegens drukte nauwelijks meer aanpakken. Dit leidde tot het risico dat verkeersovertredingen vaak in zijn geheel niet eens meer zouden worden beboet. Een onwenselijk situatie, aldus de wetgever. En om die reden is de aanpak van verkeersovertredingen uit het strafrechtelijke kader getild.

Oneens met de opgelegde sanctie

Tegenwoordig wordt ten aanzien van de overtredingen die in de wet Mulder opgesomd zijn bestuurlijke boetes opgelegd. Uit artikel 2 tweede lid wet Mulder volgt dat niet met bestuurlijke boetes mag worden gewerkt indien sprake is van een overtreding die lichamelijk letsel of schade aan goederen heeft toegebracht. Als daarvan geen sprake is (dat is het geval bij lichtere verkeersovertredingen) zal het CJIB, als zijnde een bestuursorgaan, een bestuurlijke boete opleggen aan de overtreder. Per brief ontvangt u wat u wordt verweten en de hoogte van de boete, welke ook in de bijlage van de wet zijn vastgelegd.

Uiteraard behoudt u het recht om op te komen tegen (de hoogte van) de boete. Dit zal op de door u ontvangen beschikking ook zijn aangegeven. U kunt beroep aantekenen bij de officier van justitie. Dit beroep dient binnen 6 weken plaats te vinden. In dit beroep kunt u bijvoorbeeld betogen dat uw auto ten tijde van de overtreding niet in uw bezit was aangezien hij was gestolen. Ook kan sprake zijn geweest van een noodsituatie. Daarvan is sprake als u te hard heeft gereden om een leven te redden. De officier zal op uw beroep reageren.

Als de officier uw beroep afwijst, kunt u naar de kantonrechter. U dient dan wel eerst de boete te betalen. Wanneer de kantonrechter uw bezwaren gegrond vindt zal het betaalde bedrag worden geretourneerd. Voor de kantonrechter zal u de mogelijkheid krijgen om uw bezwaren (mondeling) toe te lichten.

Het is uiteraard denkbaar dat ook de kantonrechter uw verzoek afwijst. Indien de boete minimaal 70 euro bedraagt kunt u dan nog naar het gerechtshof te Leeuwarden. Het hoger beroep kunt u indienen bij de rechtbank waar u bij kantonrechter bent geweest. Deze zal uw bezwaren doorzenden.

Let op! Een te laat ingediend beroep wordt te allen tijde afgewezen. Wees hierbij dus alert. verder is het raadzaam juridisch advies in te winnen. Een jurist kan u helpen bij het inschatten van uw kansen in een eventueel beroep.

Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op via 038-2022738 of info@juristenzwolle.nl om uw mogelijkheden te bespreken.

Meer blogs over
juridisch