Beschermingsbewind

21 juli 2021

Op 2 februari 2016 heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak met betrekking tot de voortzetting van het beschermingsbewind. In deze zaak beweerde de rechthebbende dat de noodzaak van bescherming van zijn vermogensrechtelijke belangen niet meer bestond, waarbij hij enkel stelde graag budgetbeheer te willen en ondersteuning te krijgen van het dorpenteam. Rechthebbende heeft al jaren forse problematische schulden en daarbij ligt er al langdurig beslag op zijn inkomen. Het hof oordeelde uiteindelijk dat rechthebbende onvoldoende heeft onderbouwd dat voortzetting van het bewind niet langer zinvol is. 

Wat is beschermingsbewind?

Voor sommige mensen is het moeilijk zelf de financiën te regelen. Dat kan komen door lichamelijke- of psychische klachten, of als er problematische schulden zijn. In dat geval kan de maatregel ‘Beschermingsbewind’ uitkomst bieden, welke is opgenomen in artikel 1:431 BW. Beschermingsbewind is de situatie waarin een bewindvoerder de financiële zaken van de rechthebbende (de onder bewind gestelde) regelt. Zo beheert de bewindvoerder de inkomsten en zorgt hij er onder andere voor dat de vaste lasten op tijd worden betaald. De rechthebbende krijgt wel leefgeld. Dit is een bepaald bedrag dat per week (of maand) aan de rechthebbende wordt overgemaakt vanaf de beheerrekening. Dit bedrag is bedoeld voor dagelijkse noodzakelijke uitgaven, zoals boodschappen en persoonlijke verzorging.

Beschermingsbewind is vooral bedoeld ter bescherming van de rechthebbende. De maatregel heeft als doel om de bezittingen van iemand te beschermen tegen misbruik, of onkunde van de rechthebbende of anderen. Beschermingsbewind wordt ook wel bewind of onderbewindstelling genoemd. 

De procedure

Om onder bewind te worden gesteld, is een uitspraak van de rechter nodig. Alvorens over te gaan tot een zitting, dienen als eerste de benodigde formulieren te worden ingevuld door ‘de verzoeker’, Dit kan de rechthebbende of een familielid zijn. Bovendien dient de verzoeker een bewindvoerder voor te stellen, welke vervolgens moet aangeven akkoord te gaan. Daaropvolgend worden de ingevulde formulieren gecontroleerd door de rechtbank en wordt de zitting gepland. 

Bij de uiteindelijke zitting zijn de rechter en griffier, de verzoeker, de rechthebbende en de bewindvoerder aanwezig. Ook belangstellenden zoals familie mogen bij de zitting aanwezig zijn. Tijdens de zitting geeft de rechter een uitleg over wat bewindvoering exact inhoudt. Vervolgens heeft de rechter de mogelijkheid nadere vragen te stellen, waarna uiteindelijk een besluit volgt. Indien de rechter bewind heeft ingesteld, dient de bewindvoerder binnen vier maanden de financiële situatie van de rechthebbende te beschrijven, ook wel boedelbeschrijving genoemd. 

Beschermingsbewind is vrijwillig maar niet vrijblijvend. Voor de opheffing van het bewind is een vonnis van de kantonrechter vereist. De kantonrechter heft het beschermingsbewind enkel op als de redenen voor het bewind niet meer aanwezig zijn.

De bewindvoerder

Bij de aanvraag van het bewind kan de rechthebbende zelf iemand aanwijzen door wie hij zijn geldzaken wilt laten beheren. Dit kan bijvoorbeeld een familielid, vriend of kennis zijn. In dat geval dient de rechter te oordelen of deze persoon geschikt is om dat te doen. Indien dit het geval is, dient de rechter, op grond van artikel 1:435 lid 1 BW, deze persoon tot bewindvoerder te benoemen. Wegens het gegeven dat deze persoon niet van beroep bewindvoerder is, wordt hij particulier bewindvoerder genoemd. 

Ook kan er gekozen worden voor een professionele bewindvoerder. Deze persoon is van beroep bewindvoerder en dient aan speciale kwaliteitseisen te voldoen. Deze eisen zijn opgenomen in het besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren. Het Landelijk Kwaliteitsbureau CBM beoordeelt of de professionele bewindvoerder hieraan voldoet.

Voorts dient de bewindvoerder regelmatig aan de rechthebbende te tonen welke uitgaven hij doet. Bovendien wordt de bewindvoerder elk jaar gecontroleerd door de rechtbank. De rechter kijkt dan naar inkomen, uitgaven, bezittingen, vorderingen en schulden van de rechthebbende, ook wel rekening en verantwoording genoemd. Dit alles is geregeld in artikel 1:445 BW. 

Hebt u verdere vragen met betrekking tot het beschermingsbewind? Neem dan contact met ons op via info@juristenzwolle.nl of 038-2022738 om uw eventuele mogelijkheden te bespreken.

Meer blogs over
juridisch